Na het overlijden van de Boeddha werd een concilie gehouden. De leerreden werden er gereciteerd en ingedeeld; de collecties werden door diverse groepen monniken onthouden. De Anguttara Nikāya was voor de eerwaarde Anuruddha en zijn pupillen.
De Anguttara Nikaya is verdeeld in elf geclassificeerde groepen (nipātas). Het onderwerp van de vijfde groep bestaat uit vijfvoudige punten.
Het boek van vijf, Pañcaka-Nipāta, gaat over de volgende onderwerpen: Vijf goede eigenschappen van een discipel: eerbetoon, bescheidenheid, energie, wijsheid, afzien van onheilzame daden. Vijf geestelijke hindernissen: zintuiglijk genot, kwaadwil, traagheid, rusteloosheid en zich zorgen maken, twijfel. Vijf objecten van meditatie: het onzuivere, niet-zelf, dood, het onaangename van voedsel, geen behagen scheppen in de wereld. Vijf slechte eigenschappen: niet vrij te zijn van passie, haat, illusie, huichelarij, kwaadwil. Vijf 5 daden: mettā, daden met het lichaam, door taalgebruik en met de geest, het navolgen van deugdzaamheid (sīla) en juiste visies erop na houden.